Van 1985 tot en met 1999 ben ik hoofd van de jazzafdeling geweest van het Koninklijk Conservatorium in Den Haag. Het lesprogramma, het curriculum, bestond uit theorielessen, praktische lessen, en hoofdvaklessen. De grenzen tussen deze drie soorten lessen waren bewust nogal wazig. Ook in de hoofdvaklessen kwam aardig wat theorie om de hoek kijken, in de theorielessen werd de praktijk als uitgangspunt genomen en de praktische lessen, zoals de combo lessen, kwam van alles aan de orde. Een categorie apart waren de projecten. Projectonderwijs. Het klinkt een beetje stoffig vandaag de dag, maar in de eerste vier decennia van het hogere professionele muziekonderwijs in de jazz vervulden de projecten een belangrijke functie.
Een gastdocent die een twee of meerdere dagen aan de jazzafdeling verblijft: een project.